06 Beperking contactrisico

Vraag

Zijn de mogelijkheden dat werknemers in contact komen met biologische agentia tot het minimum gereduceerd?

Toetsingscriteria

Wanneer het risico bestaat dat werknemers in aanraking komen met besmette stoffen, dient een aantal maatregelen getroffen te worden:

a. Verbeter de ingangscontrole van de grondstoffen.
b. Licht leveranciers in over de gehanteerde kwaliteitseisen.
c. Tref voorzieningen, zodat de werknemers niet met de betreffende grondstoffen in contact kunnen komen.
d. Kies (indien mogelijk) een ander proces of andere (grond)stoffen waarbij geen of minder schadelijke biologische agentia en/of allergene materialen kunnen vrijkomen.
e. Vermijd ieder contact van de werknemers met biologische agentia en allergene materialen.
f. Tref voorzieningen waardoor de concentratie aan biologische agentia zo laag mogelijk wordt gehouden (bijv. afzuiging).
g. Inventariseer de onderdelen van het proces of de momenten in de bewerkingscyclus waarop contact tussen de werknemers en biologische agentia en/of allergenen mogelijk is.
h. Tref aanvullende voorzieningen, zodat blootstelling van werknemers te allen tijde wordt vermeden.

Wetten, regels en normen

Arbobesluit, artikel 4.87

Indien de aard van de arbeid het toelaat, worden schadelijke biologische agentia vervangen door biologische agentia die, gelet op de stand van de wetenschap en de techniek en de werkomstandigheden, niet of minder gevaarlijk zijn voor de veiligheid of gezondheid van de werknemers.

 

Arbobesluit, artikel 4.87a

1. Voor zover uit de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.85, blijkt dat er risico voor de veiligheid of gezondheid van de werknemers bestaat en dat het in verband met de aard van de arbeid niet uitvoerbaar is om biologische agentia te vervangen door biologische agentia die niet gevaarlijk zijn, worden, voor zover dit technisch uitvoerbaar is, zodanige andere maatregelen genomen dat blootstelling van werknemers aan biologische agentia wordt voorkomen.

2. Voor zover de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, technisch niet uitvoerbaar zijn, wordt blootstelling van werknemers aan biologische agentia tot een zodanig laag niveau teruggebracht als voor een adequate bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers noodzakelijk is.

3. Ter uitvoering van het tweede lid worden ten minste de volgende maatregelen genomen:

a. de kans op blootstelling wordt zoveel mogelijk beperkt;

b. het aantal werknemers dat gevaar loopt aan een of meer biologische agentia te worden blootgesteld is niet groter dan voor het verrichten van de arbeid strikt noodzakelijk is;

c. er worden collectieve beschermingsmaatregelen genomen en, wanneer dit geen of geen afdoende bescherming biedt, worden persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld;

d. bij de arbeid wordt de grootst mogelijke ordelijkheid en zindelijkheid betracht om te voorkomen dan wel de kans te beperken dat een of meer biologische agentia buiten de arbeidsplaats terecht komen;

e. biologische agentia worden zodanig bewaard en vervoerd en afvalstoffen worden op zodanige wijze verzameld, opgeslagen en verwijderd, zo nodig na passende behandeling en voorzien van een deugdelijk opschrift, dat de kans op blootstelling zoveel mogelijk wordt voorkomen alsmede wordt voorkomen dat zij in handen van onbevoegden kunnen geraken;

f. indien noodzakelijk en technisch mogelijk wordt onderzoek gedaan naar de aanwezigheid op de werkplek van biologische agentia buiten de eerste fysieke omhulling;

g. op de arbeidsplaats is een doeltreffende schriftelijke werkinstructie voor de werknemers voorhanden, waarvan ten minste deel uitmaken de bij de arbeid in acht te nemen procedures, waaronder een regeling voor het veilig omgaan met en het vervoeren van biologische agentia binnen het bedrijf of de inrichting alsmede een doeltreffend noodplan voor het geval zich ongevallen of incidenten met biologische agentia voordoen.

 

Arbobesluit, artikel 4.88

De plaatsen waar arbeid wordt verricht met biologische agentia worden duidelijk afgebakend en worden gemarkeerd met een veiligheidssignalering die voldoet aan het bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8 bepaalde.