04 Inzicht in gevoeligheid

Vraag

Is er voldoende inzicht in de gevoeligheid van specifieke groepen werknemers voor biologische agentia?

Toetsingscriteria

Mogelijke oorzaken van verhoogde gevoeligheid voor infecties:

  • gebruik van medicijnen (o.a. corticosteroïden, antibiotica, cytostatica);
  • niet aangeboren immuundeficiënties (o.a. aids);
  • zwangerschap;
  • oververmoeidheid, stress;
  • huidaandoeningen, b.v. eczeem.

Het is noodzakelijk dat werknemers aan de werkgever melding maken van:

  • bijzondere (over)gevoeligheden (voor materiaal van plantaardige of dierlijke oorsprong, medicijnen, chemicaliën enz.);
  • zwangerschap;
  • medicijngebruik;
  • vaccinaties.

Enkele risicogroepen en risico’s (niet limitatief):

  • AIDS (seksueel contact en contact met bloed):
    politie, brandweer, laboranten, prostituees, verpleegkundigen, laboratoriumpersoneel, drugsverslaafden en -hulpverleners;
  • Hepatitis B (seksueel contact en contact met bloed):
    politie, brandweer, laboranten, prostituees, verpleegkundigen, laboratoriumpersoneel, drugsverslaafden en -hulpverleners;
  • Legionella-pneumonie (inhalatie vanaërosolen):
    werknemers in gebouwen met airconditioning, werknemers die met oliehoudende koelvloeistoffen werken, koeltorens, stoomturbines, water (fonteinen, douches etc);
  • Tetanus (contact van wond met besmette dieren en aarde):
    plantsoenwerkers, composteerders, werknemers in contact met dieren*.

* Het werken met en het omgaan met dieren kan een scala van zoönosen geven (o.a. griep, miltvuur, papegaaienziekte, rabiës, ringworm).

Wetten, regels en normen

Arbobesluit, artikel 4.91

  1. Iedere werknemer die is of kan worden blootgesteld aan biologische agentia wordt in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld bij de aanvang van de arbeid waarbij blootstelling kan ontstaan, een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
  2. Iedere werknemer die een infectie of ziekte heeft opgelopen als gevolg van blootstelling aan een biologisch agens, wordt, in aanvulling op het eerste lid, tussentijds in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
  3. Iedere werknemer die aan een zelfde biologisch agens is blootgesteld als gevolg waarvan een andere werknemer een infectie of ziekte heeft opgelopen, wordt, in aanvulling op het eerste lid, tussentijds in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
  4. Het arbeidsgezondheidskundig onderzoek vindt plaats met inachtneming van de praktische aanbevelingen, opgenomen in bijlage IV bij de richtlijn.
  5. Indien het resultaat van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek daartoe aanleiding geeft, worden doeltreffende maatregelen genomen om schade voor de gezondheid van de betrokken werknemer door blootstelling aan biologische agentia te voorkomen.
  6. Voor zover mogelijk worden aan iedere werknemer die nog niet immuun is voor de biologische agentia waaraan hij is of kan worden blootgesteld, doeltreffende vaccins ter beschikking gesteld. Daarbij wordt bijlage VII bij de richtlijn in acht genomen.
  7. Op verzoek van de werkgever of de betrokken werknemer wordt het in dit artikel bedoelde onderzoek opnieuw uitgevoerd. Het resultaat van het hernieuwde onderzoek treedt in de plaats van het daaraan voorafgaande.
  8. Iedere werknemer heeft recht op inzage in het hem betreffende medisch dossier.
  9. De resultaten van het in dit artikel bedoelde arbeidsgezondheidskundig onderzoek worden in passende vorm geregistreerd en ten minste tien jaar na de laatste blootstelling of mogelijke blootstelling bewaard. In gevallen als bedoeld in artikel 4.90, vierde lid, worden de resultaten een navenant langere tijd doch niet meer dan veertig jaar bewaard.
  10. Iedere werknemer wordt geïnformeerd over de wijze waarop hij na beëindiging van de blootstelling in de gelegenheid wordt gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

 

Arbobesluit, artikel 4.97

  1. In aanvulling op artikel 4.85 wordt bij de risico-inventarisatie en -evaluatie van gevaren, verbonden aan andere dan microbiologisch diagnostische arbeid in de gezondheidszorg en in de diergeneeskunde, aandacht besteed aan:
    • de onzekerheid omtrent de aanwezigheid van biologische agentia en de daaraan verbonden gevaren bij patiënten of dieren en in monsters of materiaal van patiënten of dieren;
    • de aan de aard van het werk verbonden gevaren.
  2. Bij de in het eerste lid bedoelde arbeid worden ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de betrokken werknemers doeltreffende maatregelen genomen. Deze bestaan in ieder geval uit:
    • het opstellen en bekend maken van ontsmettings- en desinfectieprocedures aan de betrokken werknemers;
    • het opstellen en bekend maken van procedures voor een veilige omgang met en verwijdering van met biologische agentia besmet afvalmateriaal.

 

Arbobesluit, artikel 4.109

Het is een zwangere werknemer verboden arbeid te verrichten waarbij zij kunnen worden blootgesteld aan de biologische agentia Toxoplasma en Rubellavirus, bedoeld in afdeling 9 van dit hoofdstuk, tenzij is gebleken dat zij hiervoor immuun is.